Arthur (19 jaar)

‘Ik heb weer hoop voor mijn toekomst’

Een lastige thuissituatie en weinig zin om naar school te gaan. Arthur werd bijna voor de tweede keer van school getrapt. Op dat moment kwam hij in aanraking met OpenDoor. Hij leerde in die 2,5 jaar begeleiding veel over zichzelf. Nu is hij bezig om zijn droom te verwezenlijken: zijn eigen kapperszaak.

Waarom kwam je bij OpenDoor terecht?

“Ik voelde geen motivatie meer om naar school te gaan. Dat kwam door mijn thuissituatie. Ik ruziede vaak met mijn stiefvader, waar mijn moeder en broertje ook last van hadden. Ik kwam daarna gefrustreerd op school aan en uitte dat op een vervelende manier. Ik moest altijd een ‘leuke’ opmerking maken: een docent uitdagen en daarbij de grenzen opzoeken. Daardoor kreeg ik een stempel. Ik werd snel uit de klas gestuurd, waardoor mijn motivatie nog verder afnam. Ik dreigde voor de tweede keer van school gestuurd te worden. Toen kwam ik bij OpenDoor terecht, in 2020.”
 

Hoe was het om bij OpenDoor te starten?

“Ik merkte in het eerste gesprek met Aimen al direct een verschil. Dit was geen therapie zoals ik het kende: een gesprekje met een man van in de 50 op een kantoor. Tegenover me zat nu iemand zoals ik, die me begreep. Dat voelde ik daarna ook bij de wekelijkse een-op-eenbegeleiding met Tom. Het voelde alsof ik aan het chillen was met een broer. Dan gingen we bijvoorbeeld een potje pingpongen op een van de locaties van OpenDoor of ergens voetballen. Het hielp me heel erg dat hij ook verhalen uit zijn eigen jeugd deelde. Dat gaf me herkenning. Ik zag dat hij goed terecht was gekomen. Daardoor kreeg ik hoop, ik was altijd bang geen toekomst te hebben.”
 
“Tom merkte dat het niet goed ging op school. Ik kreeg een plekje in de onderwijsgroep van OpenDoor. In het begin vond ik het daar lastig. Ik voelde me niet thuis, maar had mijn moeder beloofd het een kans te geven. Na een tijdje ging het beter. Ik merkte dat de andere jongeren niet veel verschilden van mij. De groep werd echt hecht. Met één van hen ben ik nog steeds goed bevriend. Ik leerde om niet zo snel te oordelen over anderen. Ik vond de onderwijsgroep een fijne manier van aan school werken.”
 

Wat leerde je in de onderwijsgroep?

“De begeleiders van de groep waren heel fijn. Met Richelor bouwde ik echt een goede band op. Hij haalde me iedere ochtend op. Dan zaten we 20 minuten alleen in de auto en spraken we over van alles. Richelor voelde echt als een vaderfiguur. Hij hielp me niet alleen met mijn gedrag en school, maar ook met bijvoorbeeld hoe ik me presenteerde. Dan stapte ik in de auto en zei hij: ‘Ga even terug naar binnen en pak wat deo, want ik ruik je een beetje.’ Ook bij hem voelde ik herkenning.”
 
“Wat ik ook leerde, was dat je respect niet hoeft te verdienen door zogenaamde coole dingen te doen. Jongeren gaan vaak stelen of andere gekke acties uithalen om respect te verdienen. Bij OpenDoor was het simpel: geef je respect, dan krijg je het. Dat kende ik niet.”
 
“Ik had in de groep vaak discussies met anderen. Dat mocht, maar de begeleiders grepen wel in als het te heftig werd. Als één van de twee boos werd en er een ruzie ontstond. Dan moesten we daarna zelf evalueren wat er was gebeurd. Heel leerzaam.”
 

Hoe gaat het nu met je?

“Ik heb iets korter dan een jaar in de groep gezeten. Inmiddels is ook de begeleiding met Tom gestopt, maar ik mag hem altijd appen als er iets is. Ik kijk met heel warme gevoelens terug op mijn tijd bij OpenDoor: het was leuk én leerzaam. Ik ben nu aan het leren om kapper te worden. Het is mijn droom om ooit mijn eigen kapperszaak op te richten met een vriend.”