Dirkje Glavimans (28) zet met veel passie sport in tijdens de begeleiding van haar talenten. De impact die ze daarmee maakt, bevestigt haar eigen ervaring. Dirkje trok zichzelf uit een inktzwart dal met therapie én sport. “Ik dacht: nu ben ik dus helemaal gek geworden.”
Hey Dirkje, ik zie je vaak boksen inzetten met talenten. Stap je zelf ook nog weleens de ring in?
“Mijn laatste gevecht was in december. Na 7 jaar met veel blessures. Het was leuk en ik won, maar het kostte me uiteindelijk te veel. Ik liep daar een botkneuzing in mijn elleboog op, waardoor ik een paar maanden niet kon trainen. Dat is me het niet waard. Sporten is namelijk een belangrijke uitlaatklep voor mij. Ik zet het ook vaak in mijn werk in, om talenten diezelfde ervaring te geven. Ik zoek wel de balans, want ik weet zelf dat je niet altijd maar hard kunt gaan.”
Hoe heb je dat geleerd?
“Door mijn eigen ervaringen. Ik heb een lastige jeugd gehad, met traumatische ervaringen. Daardoor heb ik zelf lang in therapie gezeten. Dat was rot, maar het is ook fijn in mijn werk. Ik weet namelijk hoe het voelt om heel diep in de put te zitten, waarin alles zwart is. Hoe lang je in de ontkenningsfase kunt zitten en een masker op kunt houden. Hoe eng het vervolgens kan zijn om in therapie te gaan. En hoe vervelend het is als je een diagnose krijgt. Bij mij was dat PTSS. Ik dacht toen: oké, nu ben ik dus helemaal gek geworden. Je voelt bijna fysiek een stempel op je gedrukt worden. Ik kan me daardoor heel goed inleven in hoe dit voor talenten is. Maar ik weet ook dat het niet meer is dan een stomme diagnose. De een is wat drukker, de ander heeft wat minder behoefte aan sociaal contact. Je bent wie je bent. Ik ben gewoon Dirkje.”
Hoe ben jij uit die donkere periode gekomen?
“Therapie heeft veel gedaan, met name de EMDR-sessies. Dan maak je een andere connectie in je brein met je trauma, waardoor het niet meer zo heftig voelt. Die sessies waren heel pittig. Zwaarder dan een kickbokswedstrijd. Uiteindelijk heeft het me enorm geholpen. Net als sporten, maar ook yoga en mindfulness. Ik neem al mijn ervaringen mee in de begeleiding van onze talenten. Je kunt uit de ellende komen, maar daar moet je wel keihard voor werken. Hulpverleners hebben geen toverstaf, die simsalabim alles voor je op kan lossen.”
Hoe ben je bij OpenDoor beland?
“Ik deed een studiekeuzetest en daar kwam drie keer social work uit. Ik wist helemaal niet wat dat was, maar ben toch die opleiding gaan doen. Het kwam niet voor niets drie keer uit die test. Het bleek heel goed te passen. Ik liep eerst nog stage in een tbs-kliniek, ging later werken bij het Leger des Heils en in de forensische zorg in Dordrecht. Met OpenDoor kwam ik in contact, toen ik bij de gemeente Goeree-Overflakkee jongeren naar hen doorverwees. Ik zei altijd tegen Mounir en Aimen: ‘Ik word zo blij als ik met jullie in gesprek ben. Jullie doen zulk mooi werk.’ Na een tijdje wikken en wegen maakte ik zelf de overstap naar OpenDoor. Dat was de allerbeste keus uit mijn leven. Ik heb me nog nooit zo gewaardeerd gevoeld als hier. Je krijgt zoveel liefde en vrijheid. Je mag werken op je eigen manier. Daarnaast vind ik het begeleiden van pubers erg leuk. Ik ben zelf ook nog jong, kan me verplaatsen in hun belevingswereld en je hebt echt nog invloed op hun ontwikkeling.”
Wat is de manier van werken van Dirkje?
“Ik ben heel erg actief met mijn talenten. Hoe fit je bent, hoe gezond je lichaam is, heeft invloed op je mentale gemoedstoestand. Ik heb zelf gemerkt wat sporten voor je kan doen.”
Zie jij dat effect ook bij je talenten?
“Jazeker. Een talent dat knetterchagrijnig de auto in stapt en niet met me wil praten. Dan gaan we sporten, fitness, boksen of surfen bijvoorbeeld, en zie ik aan haar hele gelaat dat de spanning zakt. Ze begint tegen me te praten, er komen hele verhalen. Een ander meisje, met autisme, wilde nooit met mij boksen. Op een gegeven moment kreeg ik haar toch zo ver en slaakte ze tijdens het sporten allemaal kreetjes van geluk. Ik motiveer mijn talenten ook altijd om zonder mij te gaan sporten. In plaats van dat je thuis door de deur vliegt, heb je je emoties dan al geuit in de sportschool.”
Tegelijkertijd zei je net dat het ook belangrijk is om soms op de rem te trappen.
“Dat klopt. Het gaat om de balans. Daarom doe ik ook ademhalingsoefeningen of yoga met mijn talenten. En ook daar zie ik het effect van. Een meisje dat heel slecht slaapt. Ze voelt tijdens de yoga dat haar lichaam moe is. Vervolgens doen we een ontspanningsoefening en valt ze zelfs in slaap. Dat lukt haar normaal dus bijna nooit. De hoofdpijn waarmee ze binnenkwam, was ook opeens verdwenen.”
Hoe zie je de toekomst voor je?
“Ik doe nu een studie tot psychomotorisch therapeut. Dat past heel goed bij me, door beweging en lichaamsbeleving psychische klachten aanpakken. Verder wil ik doorgaan zoals het nu gaat. Ik voel me heel goed. Ik leef en geniet daar volop van.”